Fam. Gijzen, Maartensdijk |
Over het algemeen lezen onze geitehouders ook graag eens ervaringen van hun collega-geitehouders. De familie Gijzen uit Maartensdijk was zo vriendelijk een uitvoerig verhaal te schrijven over de inrichting van hun stal en van de voeding van hun dieren.
Het verhaal is iets ingekort en ook de tekening was moeilijk over te nemen. Hieronder volgt het verhaal.
We hebben thans zeven geiten, waarvan we er zes hebben laten dekken. De eenjarige geit is nogal mager en daarom laten we haar een jaar overlopen.
Onze geiten zijn gehuisvest in een houten schuur. De familie Gijzen is van mening dat een dergelijke schuur beter is dan een stenen schuur. Een stenen schuur is meestal iets kil en vaak iets vochtig.
Het hout is aan de binnenkant beschoten met board-platen.
Onder de ramen zijn luchtroosters gemaakt, wat goed is voor de luchtverversing en op het dak is nog een pijpje voor ventilatie.
Onze schuur is 7 bij 3,40 meter. De hoogte is aan de voorkant 2,25 meter. De schuur is gebouwd op het zuidwesten. In de voorkant zitten twee grote ramen van 1,50 bij 1,73 meter.
Net onder de ramen hebben we een plank gemaakt van 35 cm breed, en daarop maken we altijd de voerpannen klaar en ook snijden we er sommige voerders.
Onder de plank staan de voertroggen en een baal hooi. We kopen altijd 100 balen hooi tegelijk en slaan dat op in een hooitas.
Voor de geiten hebben we een voerbak, meer om het hooi op te vangen wat ze laten vallen. De geiten kunnen nogal eens knoeien met het hooi. Boven de voerbak zit de ruif, gemaakt van betonijzer met een maaswijdte van zeven cm.
De geiten staan met de kop naar het raam in boxen. Iedere box is 80 cm breed en heeft een lengte van 1,25 meter. De vloer van de box is helemaal dicht met planken, met daarop stro wat lekker is voor de beesten en een leuk gezicht voor ons.
Aan de achterzijde van de boxen zijn latten met een tussenruimte van ongeveer 2,5 cm. Hierdoor vallen de keutels en de urine loopt goed weg. De boxen zijn 25 cm boven de grond aangebracht.
Achter de geiten hebben we een pad van 75 cm, afgesloten met een hekje. Mochten de geiten op de een of andere manier eens los kunnen komen, dan kunnen ze toch niet bij het voeder komen.
De geiten liggen altijd droog en warm, en zijn gemakkelijk schoon te maken. Op deze manier zijn de geiten ook erg gemakkelijk te melken.
Er is ook een speciale kraamstal, waar de geiten inkomen, ongeveer een week voor het werpen. Ze hebben daar meer bewegingsvrijheid dan in de boxen.
Verder is er nog een schuurtje voor de opfok van de lammeren. Bij dit schuurtje is een uitloop.
De melktijden van de geiten zijn des morgens om half acht en des avonds om half zes. Dit is een vast regel en hier zijn de geiten helemaal aan gewend.
Des zomers gaan de geiten, afhankelijk van het weer, naar buiten. We hebben twee stukjes gras, zodat we om kunnen weiden. We houden de bestrijding van wormen goed in het oog en geven ze een pil voordat ze in het voorjaar in het gras komen en in de loop van de zomer nog een keer.
Als het erg warm is, kunnen ze in de schaduw van de bomen komen. In de zomer voeren we geen krachtvoer bij.
Het land is afgezet met dik varkensgaas. Het kost wel wat, doch is onverwoestbaar.
Als het regent geven we de dieren gelegenheid om binnen te komen.
Tijdens het melken praten we met de dieren en het lijkt of ze terug mekkeren, en dit geeft een band met de dieren. We hebben daarom geen melkmachine in gebruik.
De melk wordt soms verkaasd voor eigen gebruik. Verder gebruiken we de melk voor de opfok van de lammeren en kalveren.
Wat de voeding betreft, de geiten krijgen altijd volop hooi en dat is erg belangrijk. Verder krijgen ze winterwortelen en voerbieten.
Over het algemeen voeren we als volgt: volop hooi, drie ons geplette haver, rundveekorrels, acht ons krielaardappels, wat oud brood, winterwortelen of voerbieten. Als de voerbieten op zijn, dan vervangen we die door pulpbrokjes. Verder nog wat groenteafval uit de tuin.
Water krijgen ze des morgens om tien uur en des avonds om acht uur. De klauwtjes worden elke twee maanden bijgesneden.
Het een en ander neemt heel wat tijd in beslag, doch het geeft grote voldoening om op deze manier dieren te verzorgen. In de tijd van het werpen van de lammeren is het wel eens een spannende tijd.
|
De Geitenhouder, maart 1980 |
|